Sportief Groot Worden

Breed motorisch bewegen in Nijmeegse wijk Dukenburg

In de themaweek ‘Sportief Groot Worden in 7 stappen’ komen de 7 stappen van het Gelders Model van talentontwikkeling aan bod. Dat doen we aan de hand van meerdere dingen die we deze week aanbieden. Zo begonnen we maandagavond met een webinar met Sebastiaan Platvoet van HAN Sport & Talent, hebben we op woensdag een podcast gepland staan en sluiten we vrijdag af met een huiskamergesprek met atleet Frank Futselaar en zijn vader. We plaatsen echter ook geschreven interviews. Vandaag de eerste, met Daan Oomen (30), die als sportdocent actief is in de Nijmeegse wijk Dukenburg.

 

Zes jaar lang was Oomen werkzaam in Amerika. Daar leidde hij voetbaltrainingen, zette hij jeugdafdelingen op zoals bij de New York City Football Club en was hij coördinator op een groot aantal voetbalkampen. Weer terug in Nederland werkt hij nu zo’n 2,5 jaar voor de Gemeente Nijmegen. “Ik heb ook een eigen sportbedrijf en vind wat ik voor de gemeente doe super leuk werk”, zo vertelt hij. “Het is heel divers, waarbij ikzelf te maken heb met kinderen van de basisschool, maar ook met die van de middelbare school en met ouderen en mensen met een beperking.”

 

Er zijn dus verschillende doelgroepen, maar ook verschillende doelen. “Wat wij allereerst graag willen is de kinderen in beeld hebben”, schetst Oomen. “We willen kinderen met een wat lager bewegingspatroon ruimte en veiligheid aanbieden, zodat zij zich ook op hun gemak voelen. Eerder zag ik wel eens een topgroep met sporters en dan kwam er een mindere bij, die vervolgens huilend naar huis ging. Wij willen juist ook focussen op dat niet sportende kind. Wijksporten is een beetje het ontmoeten van een kind en die veilige beweegmomenten bieden.”

 

Het is een belangrijk aspect. “Overgewicht is natuurlijk ook een thema, zeker bij die kinderen die minder bewegen. Nadat we hen betrokken hebben, kijken we ook graag verder. Dan is de vraag ‘wat vind je leuk en waar sport je?’ Daarna gaan we ook in gesprek met de ouders, om te kijken welke sportclub leuk is voor het kind, maar zeker ook om afspraken te maken. We streven dan naar het naleven van een gezonde leefstijl, want dat is iets dat vaak niet bij het kind zelf ligt, maar juist bij de hele familie.”

 

Breed motorisch bewegen

Breed motorisch bewegen is daarbij een groot onderdeel. Oomen: “In de lessen die ik geef heeft elke les alle aspecten van bewegen er wel in zitten. Maar kijk je heel zwart-wit, dan heb je beweeggebieden en leerlijnen. Die proberen wij ook echt structureel erin te krijgen, zodat we alle leerlijnen terug zien. Doen we voetbal, dan proberen we andere leerlijnen in de warming up of het eindspel te verwerken. We doen de lessen vaak in vakken. Dan komen klimmen en klauteren, tik- en balspellen en stoeien aan bod. Daarbij ben ik zelf erg van de innovatie.”

Die innovatie, dat kwam ook goed van pas in de afgelopen periode, waarin corona een belangrijke rol speelde. “Wat ik hier heel tof vind is dat we vooral hebben gekeken naar wat wel kan en zo zijn we in de eerste lockdown bijvoorbeeld met balkongym gestart”, aldus Oomen. “In deze tweede lockdown mochten kinderen weer sporten. Ik heb de kinderen gevraagd wat ze zelf graag wouden doen en daarbij kwamen boksen en lasergamen naar voren. Zo hebben we gebokst en gaan we nu een lasergame doen, maar dat brengen we als een levend Fortnite. Dat werkt, net zoals dat we de skills games uit Fifa terug laten komen. Op die manier proberen we echt in de belevingswereld van de kinderen te komen.”

 

Trots

Waar is Oomen dan het meest trots op als het gaat om de werkzaamheden die ze in Nijmegen doen? “Het wijksporten an sich. Hoe er in verschillende wijken om wordt gegaan met verschillende doelgroepen. Ik denk dat dat ook moet, want iedere wijk is anders. En waar ik trots op ben is dat we in de coronatijd voor een moeilijke doelgroep met mensen met een beperking echt wat aan hebben kunnen bieden. Zo hebben we in een grote zaal, met vier groepjes van vier personen op anderhalve meter kunnen sporten en daarbij het breed motorisch bewegen terug kunnen laten komen. Het was een formule die voor de coronatijd goed was.”

En dan is er nog een project; “Beweeg je fit. Dat is een project dat ikzelf heel belangrijk vind. Daarin komt terug waar ik het net al over had. Beweeg je fit is namelijk gericht op kinderen met overgewicht. Die komen wekelijks bij ons sporten en daarnaast hebben we om de paar weken de zogenaamde smulclubs. Daarbij komen de kinderen samen met de ouders. We gaan dan echt kijken naar gedragsverandering en dan gaat het over de hele familie. Want het gaat niet mis bij het kind zelf, maar juist daar.”

 

Samenwerken

Sportief Groot Worden ziet Oomen als een initiatief waar ook zij graag bij aansluiten. “Ik ben heel erg van het ‘een leven lang sporten’. Wat ik daarbij zelf heel eng vind is dat het in het digitale tijdperk steeds minder normaal wordt dat dat belangrijk is. De fun wordt vaak weggehaald, omdat er met games zoveel meer prikkels te behalen vallen. Voetbal wordt al niet meer als spectaculair of cool gezien. Daarom vind ik dat stukje innovatie ook zo belangrijk, want zo kunnen we de kinderen wél gaan en blijven bereiken. Ik denk dat we daar in Gelderland ook heel goed van elkaar in kunnen leren.”

Samenwerken dus en dat zou Oomen graag meer zien. “Ik zie in Gelderland nu heel veel eilandjes. Er worden heel veel geweldige dingen gedaan, maar veel dingen sneeuwen ook juist onder bij de commercieel opgezette initiatieven. Zo heb ik zelf een stichting waarbij we inzetten op breed motorisch ontwikkelen, maar je merkt dat als je echt goede dingen wil, het geld kost. De samenwerking tussen partijen mag daarin echt veel beter en ik vind dat bijvoorbeeld gemeenten daar een betere rol in kunnen spelen. Er zijn veel subsidies en regelingen, maar er mag wel een stukje controle daarop komen en gemeenten kunnen ook naar buiten uitdragen dat de mogelijkheden er zijn. Als we daarnaast in Gelderland van elkaar leren, kunnen we nog veel meer bereiken.”